Onderbouw
In het montessorionderwijs wordt er, in het bijzonder voor het jongere kind, vanuit gegaan dat de drang tot ontwikkeling van nature is gegeven en onder meer tot uiting komt in gevoelige perioden. Wanneer de juiste omgeving wordt gecreëerd, zal het kind de mogelijkheid grijpen om zich (doelgericht, snel en efficiënt) te ontwikkelen.
Door observatie van het jonge kind wordt waargenomen hoe deze kiest en hoe daarmee de gevoeligheden zich openbaren, dus waar belangrijke ontwikkelingsmomenten zich voordoen.
Met name bij jonge kinderen vindt die reflectie plaats, doordat ontwikkelingsmateriaal wordt gebruikt om kinderen te stimuleren de eigen handelingen op fouten te controleren.
Montessorionderwijs houdt rekening met gevoelige perioden van kinderen. Tijdens deze neurologische specifieke gevoeligheid van de hersenen voor het verwerken van specifieke informatie is te herkennen aan bepaald gedrag. Bij jonge kinderen zien we inspanning, veel herhaling, intensieve aandacht en gerichtheid op de activiteit. Gevoelige periodes zijn een kenmerk van de ontwikkeling van functies, zoals waarneming, motoriek en taal.