Modern montessori
Maria Montessori (1870, Italië) was een arts die zich inzette voor de rechten van het kind. Door haar observaties ontdekte ze de behoeften van kinderen. Ze gaat er vanuit dat het kind zelf zijn persoonlijkheid bouwt. Daarbij heeft hij wel hulp nodig van volwassenen. Bekende woorden van Montessori zijn: “Leer mij het zelf te doen”.
Gevoelige perioden
Het kind is van nature actief en wil zich ontplooien. In bepaalde perioden is het heel ontvankelijk voor en geïnteresseerd in bepaalde activiteiten. In de ene periode is het vooral bezig met schrijven, in een andere meer met bouwen. Dit noemde Montessori ‘gevoelige perioden’. Het kind leert het makkelijkst en zelfs spelenderwijs, wanneer op het juiste moment wordt ingespeeld op die gevoelige perioden. Dezelfde leerstof maakt de leerling zich in een andere periode veel moeilijker eigen. Hij is er dan niet of minder ontvankelijk voor.
De gevoelige perioden vallen niet bij elk kind op hetzelfde moment. Gevoelige perioden worden dus het beste benut in een omgeving waarin de leerling zelfstandig, in eigen tempo kan leren.
Leermateriaal
Montessori ontwikkelde leermateriaal dat leerlingen uitnodigt zelf te ontdekken. Voor de jongsten is het zeer concreet, voor ouderen abstracter. Zoveel mogelijk zintuigen worden uitgenodigd mee te leren. Het meeste materiaal is zelfcorrigerend: de leerlingen kunnen zelf hun fouten ontdekken en zien hoe het anders moet.
Vrijheid in gebondenheid
Het kind leert in eigen tempo. Om het daartoe de ruimte te geven, krijgt het de vrijheid om zelf werk te kiezen, zelf de duur van het werk te bepalen en om zich door de klas te bewegen en contacten te leggen. De vrijheid van het kind stopt wanneer anderen daar last van hebben. Montessori noemt het vrijheid in gebondenheid.taal.